Voor haar zevende solopresentatie in Galerie Transit schilderde Virginie Bailly (°1976, BE) mentale landschappen die dieper ingaan op de ervaring van de omgevende ruimte. In de verzamelde geschriften van Robert Smithson stuitte ze op het idee dat onze geest en de aarde in continue staat van erosie zijn:
“… mental rivers wear away abstract banks, brain waves undermine cliffs of thought, ideas decompose into stones of unknowing, and conceptual crystallizations break apart into deposits of gritty reason.”
Naast de titel van de tentoonstelling ontleende Bailly bij Smithson het idee dat haar kunstenaarspraktijk zich vertaalt zoals een stromende rivier waarbij het water sedimenten achterlaat op de oevers van de geest. Ze kijkt niet op afstand naar de werkelijkheid, maar staat middenin de modder van de werkelijkheid zelf. Hierdoor heeft ze de mogelijkheid om allerlei invloeden van binnenuit te verbinden en vorm te geven waardoor de ervaring en het tijdsaspect belangrijke onderdelen vormen van haar schilderproces. Haar schilderijen zijn als mentale landschappen waarbij splinters realiteit, motieven, gebeurtenissen uit de actualiteit en fragmenten uit de kunstgeschiedenis zich kristalliseren in efemere residuen zoals het wassende water van een rivier. Frank Maes vatte deze werkwijze als volgt:
“De werken van Virginie Baillyvloeien naar eigen zeggen voort uit “de bevraging en ervaring van de omgevende ruimte” en “de vertaling daarvan in een beeld.” In het spoor van de moderne traditie wapent Bailly haar blik om vat op haar omgeving te krijgen, maar tegelijk beseft ze dat ze zich als een blinde mier in een steeds complexer en onoverzichtelijker omgeving bevindt. Ze vat de creatie van haar beelden op als een dynamische, procesmatige constructie, met een aantal vaste componenten maar zonder plan, opgebouwd uit verf, kleur en de beweging waarmee die op doek gezet worden. Meestal startend van de impressie van een fotografisch beeld, begint ze een proces waarin de lichtintensiteit een centrale rol speelt en waaruit geleidelijk, in een opeenvolging van min of meer transparante lagen, in een wisselwerking tussen handelen en laten gebeuren, tussen vol en leeg, een “filter” tot stand komt: “een filter die het beeld verzacht, vertroebelt of versplintert.”
Twee ervaringen vormen bij deze tentoonstelling een cruciaal element. Een sluimerend motief dat zich enkele maanden geleden manifesteerde in de vorm van een nachtmerrie, is de boom. In deze droom schoot haar rechterbeen wortel waardoor ze de angstaanjagende ervaring ervoer te verstarren en vastgekluisterd te geraken. Paradoxaal genoeg was de transformatie naar boom eerder rustgevend. Op het ogenblik dat de schors oprukte en haar dreigde te overwoekeren, brak ze uit het pantser waardoor een grote splinter uit haar been afbrak. Deze mentale splinter mondde uit in de reeks Daphnes request.
Het schilderij La Tempesta van Giorgione is een van de filters, die sinds jaren als een splinter blijft haken op de bedding van Bailly’s brein. Het vervreemdende karakter van dit schilderij alsook de intrige die ontstaat tussen de personages, de objecten en het thema van de storm verlenen dit mysterieuze beeld een kracht waarin alle elementen zich bundelen tot een moment van suspensie. Het is deze spanning waarin alle onderdelen in elkaar haken tot een mogelijke betekenis die Bailly tracht op te zoeken in haar werk. Tijdens een werkverblijf in Venetië deze zomer werd ze geconfronteerd met de tijdelijke frictie die een storm teweeg kan brengen in de realiteit. Een wandeling net na de heftige storm liet la Serrenisma zien als geradbraakt met een doorwaait kapsel. Overal lagen objecten verspreid in de stad. Sporen. Restanten van de actie: een waterkraan, een plastic zak, kobaltblauwe tegels, afgerukte takken, afgebrokkelde stukken marmer van gebouwen. Allen lagen daar als roerloze overblijfselen van een heftige gebeurtenis, nazinderend in een context waar ze tijdelijk deel van uitmaken alvorens te worden opgeruimd. Deze spanning werd opgenomen in de recente series werken Haaksheid en Zwik/Zwerm.
In A Sedimentation of the Mind: Earth Projects, karakteriseert Robert Smithson het kunstwerk ook als een container van tijd. Het kunstwerk slaat ’tijd van de maker’ in zich op, dat stukje van zijn levenstijd dat de kunstenaar erin stak. De schilderijen van Bailly vormen hier een mooi voorbeeld van. Ze zijn een spoor of een index, overgebleven getuigen van de tijd van haar maker als zinderende ‘nabeelden’.