A group exhibition where artists explore the multiple and often disparate possibilities of “black” through the choice of media, imagery and ideas.
Een tentoonstelling met als thema de kleur zwart lijkt bijna een modeverschijnsel. In het Museum Hof van Busleyden was er recent Back to Black en in Albertina in Wenen loopt momenteel Schwarz Weiss & Grau. In de tentoonstelling in galerie Transit speelt de kleur zwart een belangrijke rol, maar er is meer aan de hand. De betekenis van de kleur zwart wordt geassocieerd met macht, angst, mysterie, kracht, autoriteit, elegantie, formaliteit, dood, kwaad en agressie, autoriteit, rebellie en verfijning. Zwart is vereist voor alle andere kleuren om diepte en variatie in tint te hebben. Heel bewust is in de titel gekozen voor een splitsing tussen de letters ZW en ART. ZW wordt vaak gebruikt als afkorting voor zwart-wit in de fotografie, maar er is echter ook de tegenstelling tussen zwart en wit in de sociale en politieke spanningen in de VS en het VK, maar ook in Europa. En iemand die zwart-wit denkt wordt een gebrek aan nuancering verweten. In deze tentoonstelling wordt een ruim kader aan interpretatiemogelijkheden van de kleur zwart aangekaart. In grote lijnen is ze opgebouwd rond drie thema’s: religie, politiek en maatschappij versus individu.
Bij het binnenkomen wordt de bezoeker geconfronteerd met Les plus décidés [2017] van Mehdi-Georges Lahlou, zes met stof beklede zwarte panelen met de namen van zes profeten. Verder in het luik religie toont Daniël Bellon twee werken, een mandylion [een interpretatie van het niet door mensenhanden gemaakt portret van Jezus Christus, The Veil, 2011] en The Second Coming [2015], een laatste oordeel in tekstvorm. Mehdi-Georges Lahlou heeft een klassieke Madonna-voorstelling vermengd met een arabisch motief [de moucharabieh] en het beeld bedekt met een huid van houtskool, als een sluier over het geheel, de Black Madonna [201]. Een zwart aluminium drieluik van Allart Lakke [z.t., nickname Zwarte Madonna, 1999-2000] vervolledigt de verwijzing naar het christendom, waarbij de bezoeker de inhoudelijke invulling zelf kan geven. Het bekende symbool voor de islam is de Kaäba in Mekka en moslims weten dat er een Zwarte Steen [waarschijnlijk een meteoriet] als hoeksteen is gebruikt. Lahlou toont zijn interpretatie in zwart glas van het object dat de pelgrims proberen aan te raken of te kussen: Uncertain Black Stone [2016].
De dreiging van een dictatuur of een ander machtssysteem, zoals het communisme laat zich voelen in de maatschappij én in de kunst. Van Nikita Kadan zijn vier fotowerken uit de reeks Dark Air [2016] te zien, waar de beelden verwijzen naar zijn eigen Oekraïense geschiedenis en situatie. Twee oorlogsmonumenten, een stadswijk en een kunstgalerie worden beneveld door een zwarte dreiging. Hier is plaats voor De Gier [2016], een zwarte bronzen vogel van Johan Creten. Het beeld staat fier rechtop, is slank en vanop de rug bekeken, herkent men het silhouet van een menselijke figuur als individu, zelfbewust. Dit identiteitsbewustzijn komt terug in twee werken van Arne Bastien, één schilderij [AKT 7, 2019] heeft dezelfde hoogte en breedte van de kunstenaar, 180 x 50 cm. Een diagonaal splitst het werk in twee, twee aspecten van ons menszijn: een donkere zwarte kant en een eerder roze, bijna huidskleur. De borstelstreken zijn dynamisch en hevig en leggen de onderliggende energie bloot. In het andere bijna vierkante schilderij Bob really knows how to throw a party. He never runs out of Johnnie Walker Red evolueert een zwarte vingerafdruk in een ritmisch patroon naar een pied-de-poule motief, of hoe ‘een ik’ zijn weg kan vinden in een geordend decoratief patroon. De kracht van de jonge blanke balletdanser uit de reeks Partners van Sergey Bratkov komt nog sterker naar voor op de zwarte achtergrond. Het ritme van dag en nacht wordt in de middenruimte aangegeven met een in grijstinten geschilderde maan [Untitled, 2000] van Joris Ghekiere tegenover een geprint zonnepaneel [Solar Panels | Panneaux solaires, 2007] van Christophe Terlinden, schuin opgesteld op de grond om de namiddagzon op te vangen. Wouter Feyaerts voegt er een zwarte hond [z.t., 2015] aan toe in zijn typische recyclage-techniek. Vanop zijn sokkel kan hij naar de maan turen. Van Feyaerts is er ook een eerder abstract landschap [2015] te zien en Virginie Bailly toont een pastel, Booth I, D33 [2014] geïnspireerd op een verlaten ruimte. De sculptuur Lightweight [1988] van Allart Lakke, de inhoudsvorm van een lampenkap, nodigt uit om het licht mee te nemen. De uitnodiging zit in de handvatten en het ingebouwde wiel, het is een werk uit de reeks ‘portable sculptures’. Karel Breugelmans maakte een groot formaat ets [z.t., 1994]van het Centraal Station in Antwerpen met een opvallend zwarte lucht in contrast met de fascinerende architectuur. Robert Suermondt voegt een stille muzikale noot toe door een zwarte vleugelpiano te doen verdwijnen in een bijna vierkant zwart vlak, Piano noir [1992] en Thomas Raat maakte zijn eigenzinnige versie van een Op-Art kunstwerk in zwarte zelfklevende plastiek folie [Assume, 2009].
Het politieke luik toont centraal de bronzen sculptuur Mon petit N. [1998] van Johan Creten. Een gehurkte, gebogen, smekende jongen met duidelijke Afrikaanse trekken staart met open mond. Is dit een slaaf of identificeert het de onderdrukte kunstenaar? Door de gebogen houding lijkt hij om een streling te vragen. Voor de kunstenaar is het beeld ook een aanklacht: men kan de zwarte medemens zo niet benaderen.
De zwarte huidskleur kan echter ook een inspiratie zijn tot kleur, en dit doet Luc Dondeyne in het schilderij Halo Head [2018], het zwart wordt verbeeld in een rijk en origineel kleurenpalet.
Wie zwart is kan met geweld geconfronteerd worden, daarom past hier een origineel werk van Arne Bastien: een volledig zwart canvas is doorboord met zes gaten van kaliber 113 mm, grafisch geordend als in het magazijn van een pistool [113 mm, 2013]. Links ervan houdt het werk Arend-Aigle [1996] in zwart porselein van Johan Creten de wacht, zijn inborst is echter week, een witte prop watten.
Tegenover deze wand twee interpretaties van macht. Een nachtfoto van Yazan Khalili, Landscape of Darkness [201] genomen op de grens tussen Palestina en Israël, vanop Palestijns grondgebied. Het volledige beeld is donker, bijna zwart, alleen op de grens straalt er licht, daar is Israël, daar kan [mag] nachtlicht branden. Aan een machtsimperium kan ook een einde komen, dit verbeeldt Jörg Madlener in een abstract schilderij Finis Imperium [1992], tijd en lijden worden er symbolisch in verwerkt.
Op de wand achteraan toont Lahlou in het werk The Assembly [2011] een mogelijke dialoog tussen vier gesluierde vrouwen waarin de kunstenaar zelf te herkennen is. Ze praten over de Kaäba die tussen hen op tafel staat. Ze praten over de Kaäba die tussen hen op tafel staat. Praten ze over de Kaäba die tussen hen op tafel staat of is het kunst?. De kunstenaar neemt hun plaats in.
Het zwarte vierkant van Malevich is nooit ver weg in de tentoonstelling. Het is en blijft een blijvende uitnodiging om de verborgen ruimte van zwart verder te verkennen.
Kunstenaars in de tentoonstelling:
Virginie Bailly, Arne Bastien, Daniël Bellon, Sergey Bratkov, Karel Breugelmans, Johan Creten, Luc Dondeyne, Wouter Feyaerts, Joris Ghekiere, Nikita Kadan, Yazan Khalili, Mehdi-Georges Lahlou, Allart Lakke, Jörg Madlener, Thomas Raat, Stijn Ruys, Robert Suermondt, Christophe Terlinden, Bram Van Meervelde, Jenny Watson