Terug naar overzicht

Allart Lakke

°1961, Zeist (NL)
The work of Allart Lakke could be seen as an attempt to represent the grammar of the imagination. In all his work, Lakke manifests an urge to search between the lines or, when it comes to images, ‘the images between the images’. What connects the images that mankind has produced since prehistoric times? Search-ing for and making visible an invisible syntax, an invisible skeleton around which the flesh of the existing images fits, is what gives direction to all of Allart Lakke’s work. The consequence of this is that his work often actually looks like a skeleton: elementary, sober, but always clear – and therefore aesthetic.

Nicknamed: Voor I.N., SX 66.9., 2021, hout, metaal, rubber en verf
Formaat totaal: 62 x 62 x 51 cm. 
Ketting 150 cm, blok 1: 20 x 8 x9 cm, blok 2: 6.5 x 6 x 6 cm.

Allart Lakke, De Parel, 1999-2019, aluminium, 44 x 33 x 25 cm, € 5.400, glass pearl finishing |  Watch video 33 sec.

Left: Mehdi-Georges Lahlou | Center: Allart Lakke
z.t. [nickname JOOD/Shame on Allart], 1999-2020, 33 x 22 x 5 cm, aluminium, steel, black coating, edition 2/3, € 5.400

Exhibition view 2019, galerie Transit

In 1989 startte galerie Transit, toen nog in Leuven, een eerste tentoonstelling met werk van de Nederlandse kunstenaar Allart Lakke. Na 30 jaar brengen we werken samen die een overzicht bieden van zijn oeuvre van 1986 tot op heden. Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie waarin de kunstenaar zijn werk als volgt samenvat:
“Een dilettant is iemand die een kunst of wetenschap beoefent, niet als vakman met grondige kennis van zaken maar uit liefhebberij. Het woord heeft een negatieve connotatie en staat ook synoniem voor beginneling of amateur.  Een onderwerp dat mij interesseert beleef ik intensief, langdurig en obsessief. Het is geen fascinatie maar een bezetenheid tot ik me verveel, of tot het onderwerp opdroogt of door een ander onderwerp dat zich aandringt vervangen wordt. Veel unieke kunstwerken zijn af, maar in een groep getoond blijkt toch iets te ontbreken. Er ontbreekt eigenlijk van alles. Zoals alles wezenlijk onaf is. Belangrijke kunstwerken die ik bewonder in of juist door hun onafheid zijn bijvoorbeeld de Hellepoort van Rodin, het Grote Glas van Duchamp en de Victory Boogie Woogie van Mondriaan. Deze kunstwerken zijn onaf, maar tegelijk compleet in hun visioen, net zoals Pallas Athena.”

Allart Lakke [Zeist, NL, 1961] volgde zijn opleiding tot beeldhouwer aan de Academie Sint Lukas te Brussel, en vervolgens aan de École Nationale Supérieure d’Architecture et des Arts Visuels (EN-SAAV), eveneens te Brussel. In 1990 keerde hij terug naar Nederland en vestigde zich in de stad Leiden waar hij nog steeds woont en werkt. Het werk van Allart Lakke zou men kunnen zien als een poging om de grammatica van de verbeelding te verbeelden. Lakke manifesteert in al zijn werk een aandrang om te zoeken tussen de regels ofwel, als het om beelden gaat, naar ‘de beelden tussen de beelden’. Wat verbindt de beelden, die de mensheid sinds de prehistorie heeft voortgebracht met elkaar? Het zoeken naar en zichtbaar maken van een onzichtbare syntaxis, een onzichtbaar skelet waaromheen het vlees van de bestaande beelden zich voegt, is wat richting geeft aan al het werk van Allart Lakke. De consequentie daarvan is, dat zijn werk ook vaak daadwerkelijk oogt als een skelet: elementair, sober, maar altijd helder – en daardoor esthetisch. Een eerste stap in de detectie van onzichtbare elementen van een beeld waren de zogenaamde ‘portables’, die Lakke in de jaren 1987-1990 realiseerde: polyester afgietsels van voorwerpen die een leegte omsluiten. De afgietsels geven de restvorm van het afgegoten voorwerp een tastbare gestalte. Door deze sober ogende plastieken te voorzien van handvatten, worden ze letterlijk hanteerbaar, ‘portable’, gemaakt. Na de ‘portables’ volgden de zogenaaamde ‘insupportables’: diverse gebruiksvoorwerpen, door Lakke voorzien van zwenkwielen of scharnieren, die de gangbare functie van deze voorwerpen onmogelijk maken, en het object als het ware ‘beëindigen’. Vanaf 1986 ontwikkelt Lakke. naast zijn plastische werk een tekensysteem, bestaande uit een schier onafzienbare reeks zorgvuldig bijeengebrachte pictogrammen. Ze zijn afkomstig uit heden en verleden, uit verre landen en van dichtbij. Het pictografisch systeem unificeert de meest uiteengelegen beeldtalen: van indiaanse rotstekeningen tot de logo’s van moderne multinationals. De pictogrammen zijn zodanig gestileerd, dat ze, als waren het lettertekens, binnen één tekening kunnen worden genoteerd. Het systeem maakt het mogelijk om voorstellingen uit zeer uiteenlopende culturen met elkaar te vergelijken en te analyseren – en aldus dichter bij de ‘beelden tussen de beelden’ te komen.                                                            [Met dank aan Onno Schilstra]

2017 Ophelia, wandtapijt, 160 x 365 cm, ed 2/3

Allart Lakke - Ophelia
Ophelia, ontwerp voor wandtapijt, edition 3, 150 x 308 cm, 2004
Edition 1, collection museum De Lakenhal Leiden
Edition 2 & 3 available in the gallery, € 7.200

2013 Beertjes, posterproject, Breestaat Leiden

2007/2008 cartografie Archipelago

2006 & before

Allart Lakke
Nickname: Fire & Twins, 3 x (76 x 56 cm), 2001, akwarel, potlood & gouache op papier, price by request

Ophelia is de vriendin van Hamlet in het gelijknamige toneelstuk van Shakespeare. Hij doodt per ongeluk haar vader. Zij wordt vervolgens krankzinnig en verdrinkt zichzelf.
Mijn nicknamed ‘Ophelia’ (2007) ontstond o.a. uit het herhaaldelijk bezoeken van de versie van John Everett Millais, ‘Ophelia’ (1851-1852), in de Tate Britain. De weelderige natuur en het offer van een jonge vrouw was een helder thema. In het geval van Hamlet dus zelfmoord. Bij nicknamed ‘Ophelia’ het offer van een jonge vrouw.
In nicknamed ‘Ophelia’ dobbert een vrouwelijke torso – een stel billen – in het water. Om haar heen zijn cirkels zichtbaar in het wateroppervlak. De ets van Escher, getiteld ‘Three Worlds’ (1955), inspireerde mij om de onderwaterwereld te visualiseren. Bij Escher ziet men een vis. In nicknamed ‘Ophelia’ bestaan de groeisels natuur onder water uit mannelijke en vrouwelijke groeivormen. De mannelijke, rechtlijnige versies zijn gebaseerd op rock art uit Finke River, Australië en de vrouwelijke, natuurlijke vormen op een rock art uit Marandellas, Zimbabwe. Uit de combinatie van Escher en Milais én de achtergrond van het lente-offer van een jonge vrouw ontstond nicknamed ‘Ophelia’.

1988

No Say Yes
polyesterhars en glasvezel, gerecupereerd handvat en zwenkwiel, 31 x 70 x 70 cm, private collection
Het Bad – Issue
polyesterhars en glasvezel, gerecupereerd handvat en zwenkwiel, € 12.500
© Galerie Transit 2024 – Webdesign Webit
Privacy | Cookiebeleid