een tentoonstelling rond spel en kunst en kunst in het spel
une exposition sur le jeu et l’art et l’art en jeu
an exhibition about play and art and art in play
Artists: Wouter Feyaerts, Allart Lakke, Christophe Terlinden & Annelies Vanderkleuren
26.02 – 02.04.2023
Vernissage zondag 26 februari 2023, 14 – 18 uur
receptie Corsendonk bier
Open vrijdag, zaterdag en zondag, 14 – 18 uur, of op afspraak
SPEEL GOED!
Kunst en spel, spel en kunst: het is een uitdagende dialoog en ook filosofen nemen ze ter harte.
Ondermeer Hans Georg Gadamer (1900-2002, filosoof) neemt het spelelement ernstig in het tot stand komen van een esthetische ervaring. Hij kadert dit in het begrip verwachtingshorizon, een term die hij heeft uitgewerkt in relatie tot het interpreteren van kunst.
“Er is dus bereidheid nodig om de ontmoeting toe te staan, er in mee te gaan of in mee te spelen. Dan kan de ontmoeting een esthetische ervaring worden. Juist het niet voldoen aan de verwachting en de bereidheid om in interactie met het kunstwerk te gaan, maken dat er iets kan gaan schuiven in die verwachting en dat de verwachting kan worden bijgesteld. Van belang is dus de bereidheid mee te spelen. In de De actualiteit van het schone. Kunst als spel, symbool en feest legt Gadamer {1990} spel uit als een elementaire functie van het menselijke leven. Menselijke cultuur is zonder een spel-element niet mogelijk. Kenmerkend aan spel is volgens hem beweging en herhaling van beweging zonder dat daar een doel aan verbonden is. Het winnen van het spel is niet een werkelijk doel van het spelen, maar het in spel bewegen. En ín dat in spel bewegen is er speelruimte. Het is de rede van de mens die zich, in het doelloze van spel, regels stelt en zich zo doelloos gedrag oplegt dat ook zo bedoeld is. Of, zoals Gadamer het schrijft: spel is dus in laatste instantie zelfrepresentatie van de eigen spelbeweging (Gadamer, 1993). Het spel representeert zijn eigen spelbeweging.
Bij het spelen is er altijd sprake van meespelen. Als toeschouwer word je onderdeel van het spel. De toeschouwer beweegt zelf ook mee met en in het spel. In dat opzicht is spel communicatief. Het kunstwerk als spel vraagt volgens Gadamer dan ook om mee te spelen, om in het spel te zijn. En tijdens dat spelen is er geen verschil meer tussen het kunstwerk en de kijker. Samen maken zij de betekenis.
Het kunstwerk is dan ook pas kunstwerk, wanneer het als kunstwerk gezien wordt en er een medespeler is die het spel meespeelt en in het spel de speelruimte zoekt.
Het is een vergissing te menen dat de eenheid van het kunstwerk geslotenheid betekent tegenover degene die zich naar het kunstwerk wendt en erdoor wordt bereikt (Gadamer 2010). Het kunstwerk communiceert dan ook niet één betekenis, of de betekenis die de maker er aan gegeven heeft. Het is aan de medespeler om de dialoog aan te gaan met het kunstwerk, zijn verwachtingshorizon in relatie te brengen tot die van het kunstwerk. Dialoog veronderstelt twee partijen die met elkaar in dialoog willen gaan. Die even op een bepaald moment met elkaar willen verwijlen. Het veronderstelt ook dat het kunstwerk in staat is tot het voeren van een dialoog. Dat het niet alleen een object is om naar te kijken, maar ook een subject om mee te spreken en om mee van gedachten te wisselen.” (Til Groenendijk, I can see a woman crying, 2016,)
In de tentoonstelling in galerie Transit gaan vier kunstenaars met elkaar in confrontatie met wat dit spelelement kan betekenen.
Allart Lakke toont een reeks werken uit zijn serie ‘Speelgoed voor een ongeboren zoon’. Oranje en zwart geschilderde houten objecten, vaak op wielen en met kettingen, vormen vreemde constructies. Ze worden los in de ruimte geplaatst en lijken uit te nodigen uit tot een spel. Daarnaast introduceert hij een reeks kleurboeken in beperkte oplage.
Wouter Feyaerts toont beschilderde champagnekurken met gezichten. Hij zegt erover het volgende:
“’Binnen een beperkende format zo soepel mogelijk surfen op de basis gevoelens blij, bang, boos en droevig. Een ontmoeting tussen het tragische en het komische. Spelen als een bezweringsritueel en als uitnodiging om de rijkdom in de armoede te scheppen en de vrijheid in de beperking te blazen. Basisgevoelens en basisvaardigheden als turnoefening in de tempel van de verwondering.”
Christophe Terlinden nodigt ons ondermeer uit om zijn speelse manier van naar de werkelijkheid te kijken te ontdekken met behulp van een ‘Plastiskop’, een diakijker in de vorm van een plastieken mini TV uit de jaren ’70.
Annelies Vanderkleuren toont een replica van een iconisch kunstwerk van Hernann Finsterlin (1887-1973), utopisch architect, kunstenaar en speelgoedmaker.