Breugelmans shows us how the make-up of the world without the propaganda de-clarations of totalitarian strong-men could become a reality. Breugelmans’ forms follow the more or less accidental team action of self-organisation rather than the principle of the party leader. (Christoph Tannert)
His work allows one to dream of ‘something’ that is far from the present world, without the pretension of claiming, as an artist, that art can improve the world. (Luk Lambrecht)
Opening:
Sunday, April 23, 2 – 6 pm
Zondag 23 februari 2025, 14 – 18 uur, receptie Corsendonk bier
New and older work [gouaches, cederwood sculptures, oil paintings] & presentation of the new book:
Karel Breugelmans, CONSTRUCTIES 2015-2025 with text from Tamara Beheydt ‘‘Where no Man has Gone Before’ , Space, Utopia and Humanity in the work of Karel Breugelmans 2015 – 2025‘
Tentoonstelling van recent naast ouder werk en voorstelling nieuw boek:
Karel Breugelmans Constructies 2015 – 2025
Open:
Friday, Saturday & Sunday, 2 – 6 pm
Vrijdag, zaterdag & zondag, 14 – 18 uur, of na afspraak
Open until | tot 23.03.2025
Geometrisch ogende constructies zweven in de blauwgrijze leegte van een schildersdoek. Hun cederhouten of spiegelende, sculpturale tegenhangers hangen vrij in een boom, aan het plafond, of staan op een sokkel en reiken naar de lucht. Het zeer consistente oeuvre van Karel Breugelmans, al decennialang wars van zowat elke trend en zelfs stroming, refereert naar architectuur, maar ís het niet. Wel is het een exploratie van ruimte, in alle betekenissen van het woord.
Geometric-looking constructions float in the blue-grey void of the canvas. Their cedarwood and mirrored sculptural counterparts hang freely from a tree or from the ceiling, or they rest on a plinth, stretching skywards. The strikingly consistent oeuvre of Karel Breugelmans – who, for decades, has stood outside every trend and even movement – refers to architecture but never becomes it. Instead his work embodies an exploration of space in every sense of the word.
Tamara Beheydt, 2024
28 losse elementen in cederhout en spiegelglas, verschillende formaten. Voor een overzicht KLIK HIER
De kunstwerken van Karel Breugelmans zwengelen het kijken op een puntige wijze aan; de sculpturen zijn transparant en bemiddelen met de omringende omgeving en ruimtelijke context.
De meeste sculpturen worden op spiegels gepresenteerd en laten in hun materialiteit het begrip constructie samenvallen met de ‘open’ inhoud. De sculpturen zijn fragmenten die zich als georganiseerde rang-orde in de ruimte positioneren en meteen ook die omringende ruimte ritmeren en bewuster laten percipiëren. Het materiaal van de sculpturen bestaat uit hout maar ook uit spiegelelementen. Het gebruik ervan ontregelt het kijken; fragmenteert de blik en ontneemt het kijken elke vorm van centraal perspectief. De geduldig uitgevoerde sculpturen bevrijden het kunstwerk van het uni-visuele kijkgedrag.
A wide range of attitudes is possible when coming face to face with the work of Karel Breugelmans. These artefacts, which are almost hypnotically connected, help the viewer explore time and space and enable him to shift from a particular fixed position. In exhibitions, Breugelmans’ constructive and deconstructive works, which represent potential realities, are naturally installed in a specific way, but strictly speaking this goes against the artist’s intention.
So it is advisable for the viewer to look at the artefacts from various angles. Breugelmans turns things upside down. It is only by mutual agreement that we know what is top or bottom, what points upward or downward.
Breugelmans argues for complex networks, movement, a change of viewpoint and room for movement. His works mark out a new, dynamic course. They urge us in the direction of dynamic thinking, which – while taking account of environment and infrastructure in the new ‘urban age’ that urban planners see dawning – can also definitely be politically interpreted. [Christoph Tannert, director Künstlerhaus Bethanien Berlin]
Karel Breugelmans toont in zijn tweede solotentoonstelling in galerie Transit zijn recente Constructie XVII ‘Wormholes’, een hangende sculptuur van zeven meter lang. Het werk, volledig gemaakt in cederhout en bekleed met spiegelglas verbeeldt de hypothetische mogelijkheid om tijd en ruimte te doorbreken.
Wetenschappers veronderstellen immers dat er iets bestaat waarin het mogelijk is om zich sneller dan het licht te verplaatsen. Breugelmans geeft in zijn nieuwste werk hieraan een eigen artistieke invulling.
In zijn vroegere schilderijen overheersten de imaginaire ruimtes zonder centrum, zonder houvast. In zijn latere ruimtestructuren en spiegelconstructies zocht Breugelmans naar oerelementen en vormen. Ze versmelten en verwijderen zich in analogie met het wetenschappelijk onderzoek naar de basiselementen van de materie. Ook in zijn recente constructie is een onbegrensde ruimte voelbaar aanwezig, waarin schijnbaar een strakke koele orde heerst maar waarin tegelijk chaos opduikt.
Volgens Breugelmans bestaat alles uit vormen en dat uitgangspunt trekt hij door naar het onzichtbare of het veronderstelde. In zijn Constructie XVII ‘Wormholes’ zondigt de kunstenaar opzettelijk tegen de regels van het perspectief met de bedoeling een ambigue wereld en een architectuur te creëren die de kijker confronteert met de grenzen van zijn abstractievermogen. Breugelmans verwijst hierbij naar de vervorming van ons zelfbeeld of van onze omgeving. We zijn als mens geneigd om datgene wat we zien aan te nemen als de werkelijkheid. Door het spel van beeldverplaatsing door de spiegels krijgen we een heel andere werkelijkheid te zien … een mogelijke vierde dimensie.
Breugelmans slaagt erin het veronderstelde zichtbaar te maken volgens een eigen interpretatie, waarbij hij zoals de kunstenaar Constantin Brancusi zoekt naar een ‘eindeloze’ schoonheid als ‘een absoluut evenwicht’.
klik hier voor ontwerptekeningen van Constructie XVII
Uit massieve blokken cederhout puurt Karel Breugelmans (Geel, 1955) vormen die duidelijk verwijzen naar de vroeg-modernistische hoogbouw uit de eerste helft van de twintigste eeuw. De ’torens’ – volledig met spiegels bekleed – lijken een bepaalde constructivistische kerngedachte te evoceren. Ze vertakken zich volgens eenvoudige modulaire verhoudingen, als een vorm van intuïtief architecturaal denken dat zich niet vertaalt in maquettes maar in monumentale sculpturale volumes. De volumes verwijzen niet naar een specifiek gebouw maar naar een soort abstract vooridee van een toekomstig groot gebouw…